Bliksemactie bouw: werken op hoogte

Het vallen van hoogte staat hierdoor op de eerste plaats qua vastgestelde inbreuken. Deze inbreuken ontstonden door verschillende zaken, zoals ontbrekende leuningen, onvolledige werkvloeren en gebrekkige stabiliteit bij steigerconstructies. Daarnaast ontbrak er collectieve beveiliging aan de randen van een bouwwerk, aan vloeropeningen en bij werken op het dak. Ook werken op hoogte van op een ladder werd vastgesteld. Uit deze bliksemactie kunnen we concluderen dat het risico om te vallen van op hoogte onvoldoende wordt ingeschat. Dit blijkt ook uit de controles van de voorgaande jaren en uit de reguliere inspecties. Nochtans kunnen de gevolgen van zo’n val zeer ernstig zijn. Als hulpmiddel om dit risico te vermijden, verwijzen we graag naar dit richtsnoer en deze instructiekaart.

De inbreuk op de tweede plaats was het niet volgen van de basisveiligheidsopleiding (of gelijkwaardig). Alle personen die werkzaamheden uitvoeren op een bouwplaats moeten deze opleiding gevolgd hebben sinds haar invoering in april 2023.

Op de derde plaats staat het niet dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). Ademhalingsbescherming ontbrak het meest bij het bewerken van kwartshoudende materialen. Meer info over PBM’s vind je hier.

Onveilige toegangswegen op de bouwplaats of in het gebouw bevinden zich op de vierde plaats. Denk hierbij aan onverlichte traphallen, ontbrekende trapleuningen en te smalle overbruggingen van hoogteverschillen.

Blootstelling aan procesmatig gegenereerd kwartsstof door het bewerken van kwartshoudende materialen (betonelementen, klinkers, …) staat op plaats vijf. Deze blootstelling kan leiden tot allerlei longziektes en zelfs tot longkanker. Gebruik maken van watertoevoer of stofafzuiging kan het vrijkomen van stof beperken door het neer te slaan of op te vangen, waardoor dit risico sterk ingeperkt kan worden.

Bronnen:

• FOD WASO